vrijdag 11 mei 2012

Waar bleef de Antichrist?

Tom Holland, Millennium: The End of the World 
and the Forging of Christendom (GB 2008)
Geschiedenis, 512 pp.
Nederlandse titel: De gang naar Canossa: 
de westerse revolutie rond het jaar 1000


Kan iemand zich nog herinneren dat vlak vóór het uitbreken van het jaar 2000  de halve wereld in paniek verkeerde over de Y2K-bug? Het jaar 2000 brak aan en er gebeurde niks. Geen enkel computersysteem ging plat en de wereld draaide gewoon door. Tamelijk gênant en iets wat we zo gauw mogelijk vergeten hebben. Vlak vóór het jaar 1000 was er een soortgelijke paniek, maar dan een graadje erger. In de Openbaringen van Johannes stond immers dat duizend jaar na Jezus de Antichrist zou verschijnen en een gruwelijke chaos over de wereld zou ontketenen. Bisschop en kerkvader Augustinus van Hippo had weliswaar in de vierde eeuw al verkondigd dat we die 1000 jaar van Johannes vooral niet letterlijk moesten nemen, maar daar hadden de populistische onheilsprofeten geen boodschap aan.

Toen 999 overging in 1000 en de Antichrist nergens te bekennen was, realiseerde men zich dat er een domme rekenfout was gemaakt. Maar natuurlijk! Je moest  niet vanaf de geboorte van Jezus tellen, maar vanaf zijn opstanding! 1033 werd het nieuwe jaar 1000. Maar ook in dat jaar bleef de Antichrist schitteren door aanwezigheid en verging de wereld niet. Wat Tom Holland in dit boek doet, is die wereld schilderen. Zijn schilderij is grotendeels traditioneel: het gaat over prinsen en pausen, keizers en kastelen. De sociaal-economische geschiedenis komt niet aan bod, en de culturele ook niet. Maar ondanks deze beperking is het canvas enorm. Het strekt zich uit van de Angelsaksen tot de Byzantijnen en van Scandinavië tot Sicilië. En dankzij Hollands energieke schrijfstijl en vlotte verteltrant barst het van het leven.

Na de dood van Karel de Grote, die voor het eerst een soort glorieus verenigd Europa creëerde, viel alles geleidelijk weer uiteen. Zowel de Franse koning als de Duitse koning hadden grote moeite om de eigengereide, hebberige en oorlogszuchtige edelen in het gareel te houden en hadden daarnaast nog te kampen met hebberige en oorlogszuchtige heidenen die met het nodige succes de grenzen bedreigden. In het noordwesten veroorzaakten de Vikingen grote overlast, in het oosten de Polen en in het zuidwesten, op het Iberisch schiereiland, waren de moslims nog steeds heer en meester. In het zuidoosten slaagden de Byzantijnen er maar gedeeltelijk in om de Turken op afstand te houden. En dan was er nog de immer problematische verhouding tussen de paus en de keizer van het heilige Roomse rijk, die nog de oude droom van een universeel Christelijk rijk koesterde, maar voorlopig met weinig kans op slagen. Geen wonder dat onheilspredikers en boetepredikers overal een gretig gehoor vonden.

Een hele tijd later aan het einde van de elfde eeuw zag de wereld er echter heel anders uit. De heidenen waren stuk voor stuk bekeerd en min of meer geciviliseerd. De Vikingen hadden zich weliswaar met behulp van het zwaard in Normandië, Zuid-Italië en Rusland genesteld, maar waren tegelijkertijd getransformeerd tot Christelijke edelen met beschaafde(re) pretenties. Eén van de ruige Saksische koningen was zelfs met een Byzantijnse prinses getrouwd en hun zoon, keizer Otto, was daarvan duidelijk het product:
No more cracking open of animal bones for Otto; instead, in an echo of the gilded rituals of his mother’s native city, he began to sit at feasts aloof from his henchmen, at a semicircular table, and to be saluted as “the Emperor of Emperors.” Even the titles with which he graced his courtiers in turn – “senator,” “consul,” “prefect of the fleet” – had all been fastidiously pilfered from the lumber box of antiquity. (p. 151)
De elfde eeuw zag nog een belangrijke nieuwigheid: kastelen kwamen voor het eerst in de mode, overgewaaid uit Zuid-Italië waar ze als bescherming tegen de Saracenen dienden. Elke vechtjas met een paard en wat aanhangers greep de kans om op een heuvel in een nog onontgonnen deel van met name Frankrijk zijn rechten te vestigen door het bouwen van een fort en van daaruit de omgeving te terroriseren, of zoals Holland het zo plastisch beschrijft:
A wildcat lord such as this, smelling the fresh timber of his battlements, feeling solid rock beneath his feet, knowing himself the master of all he surveyed, could afford to thumb his nose at the world. He owed no duty to a count, nor to anyone, except himself. And certainly not to the paupers. Indeed, bleeding the locals white was not merely an option for the ambitious castellan, but an absolute necessity. (p. 187)
De arme boeren werden samen gezet in dorpen omdat ze zo gemakkelijker te overheersen waren en hun bewegingsvrijheid werd zoveel mogelijk ingeperkt door tolheffing en andere maatregelen.
Landscapes fundamentally unchanged for a millennium were in the process of being utterly transformed. Rather than being left to live as they had done since Roman times, on scattered farms, or clustered around villas, or migrating year by year from hut to hut and field to field, peasants increasingly found themselves being herded together into what was in effect a human sheep pen: a “village.” (p. 189)
Aan het eind van de eeuw, in 1095, vonden de heb- en oorlogszucht van de kasteelheren een nieuwe uitlaatklep: de eerste kruistocht werd uitgeroepen. En daarmee werd ook een nieuw tijdperk ingeluid, namelijk dat van de Hoge Middeleeuwen met zijn ridders en kastelen en kruistochten én de eerste universiteiten en grote kathedralen. Alleen is dat een onderwerp voor een ander boek.

Tom Holland is een meeslepend verteller, die in dit boek met het juiste gevoel voor de grote lijn en het sprekende detail een fascinerende Europa in verandering neerzet. Warm aanbevolen leesvoer voor elke middeleeuwenliefhebber.

PS Aarzel om niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen!

2 opmerkingen:

  1. Ja hoor! Hier een zware middeleeuwenfan. En dus heb ik het boek van Tom Holland al enige tijd gelezen met veel plezier gelezen. Hij slaagt er inderdaad zeer goed in om een boeiend tijdvak tot leven te brengen. Maar als ik even mijn wetenschappelijke mediëvistenbrillelte op mag zetten? Dan moet me toch iets van het hart. Het is immers echt niet zo dat de mensen in het jaar 999 allemaal zeer erg bezig waren met dat jaar 1000. De christelijke jaartelling was op dat moment nog niet eens overal ingevoerd. Er waren inderdaad wel enkele studentikoze monniken die wat hysterisch deden, maar zij hadden evengoed collega's die zonder verpinken duizenden jaren vooruit telden naar later tijden. Ik denk dat er vandaag de dag meer mensen bezorgd zijn om het einde van de Mayakalender in december. Van Middeleeuwse toestanden gesproken....

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Bedankt voor je aanvulling, Theetante. Ik ben tijdens mijn studie wel doodgegooid met middeleeuwse literatuur, maar ben absoluut geen kenner van de geschiedenis en moet dus maar aannemen wat een schrijver mij vertelt.
    Tja, dat einde van de Mayakalender. Hoe mensen zich in deze tijden zo op kunnen laten hitsen! Het verstand staat er bij stil...

    BeantwoordenVerwijderen