dinsdag 5 maart 2013

Jesus Murphy en flip

Jane Harris,
The Observations (GB 2006)
Roman, 548 pp.
In het Nederlands uitgebracht als De observaties


Schotland in 1863, de weg van Glasgow naar Edinburgh. Bessy Buckley is op de vlucht, zoveel is duidelijk, maar voor wat en voor wie is niet helder. Ze neemt het eerste het beste baantje dat ze kan krijgen, als dienstmeid op een vervallen landhuis met de veel te grandioze naam Castle Haivers. Bessy beweert tegen haar nieuwe bazin dat ze hiervóór huishoudster bij een oude heer was, maar gezien haar jurk (een opzichtige satijnen creatie) en haar leeftijd (14, 15, 16?) klinkt dat niet zo geloofwaardig. Bessy weet zelf ook niet precies hoe oud ze is; haar moeder is haar exacte geboortejaar vergeten, en de -plaats ook, alleen dat het waarschijnlijk iets met een D aan het begin was. En in Ierland, dat weet ze wel zeker.
[...] due to a fondness for Dutch gin and various knocks to the head, her recollection of the past was shocking and in her time she claimed variously that I was born on a Tuesday or perhaps a Thursday in April or more likely May. It was the middle of the night, or just before teatime, this was in the year ’47, ’48 or ’49 and the birth took place in either Dundalk or Drogheda, or possibly somewhere else altogether.
Bessy heeft het nodige te verbergen, maar haar nieuwe werkgeefster, Mrs. Arabella Reid, ook. Bessy is echter zo gelukkig met haar nieuwe baan als dienstmeid van de lieftallige Arabella, dat ze haar vreemde behandeling maar al te graag door de vingers ziet. Want waarom dwingt haar bazin haar midden in de nacht zonder reden op te staan, ondanks strenge instructies om om 5 uur te beginnen met werken, om haar vervolgens tot 9 uur uit te laten slapen? En waarom meet Arabella haar hele lichaam op, tot en met de afstand van haar neur tot haar ogen? En waarom moet ze een dagboek bijhouden met daarin haar diepste gedachten en gevoelens? Haar gevoelens? Bessy staat er niet al te lang bij stil en stort zich met joyeuze overgave op haar werk, totdat Mr. Reid terugkeert uit Londen. Bessie voelt  zich aan de kant gezet en begint haar neus te steken in zaken die haar niet aangaan.

Bessy's sterkste en meest onverwachte troef is dat ze kan lezen en schrijven, maar daardoor krijgt ze ook dingen onder ogen die ze beter niet had kunnen lezen en wordt er een serie gebeurtenissen in gang gezet die eindigt in ..... Stop, meer verklap ik niet, dat zou zonde zijn van deze heerlijke tragikomedie, die vooral gedragen wordt door de stem van Bessy: volks, schuin, streetwise, slangy, vol pit, soms onbetrouwbaar ("My mother was forever telling me I wouldn’t know the truth if it flew up my skirt and said ‘How do you do’") , maar minstens zo vaak eerlijk als goud. De geheimen spelen een belangrijke rol (waarom is Arabella toch zo geobsedeerd door Bessy's voorgangster, de eveneens Ierse Nora?), maar nog belangrijker is de dynamiek tussen werkgeefster en werkneemster, die zulke onstuimige plotontwikkelingen veroorzaakt.

Jane Harris past met haar debuut perfect in het rijtje van andere succesvolle Victorian pastiches, zoals die van Michel Faber en Sarah Waters. Het is bovendien niet voor niks dat het verhaal zich afspeelt in de jaren 60 van de negentiende eeuw, want dat was hét tijdperk van de sensation novel, met als bekendste vertegenwoordigers The Woman in White van Wilkie Collins, Lady Audley's Secret van Mary Elizabeth Braddon en East Lynne van Ellen Wood. Harris strooit dan ook lustig met de daarbij horende plotelementen als waanzin, spoken, moorden en prostitutie, maar springt er uiteindelijk uit door de volstrekt originele toon van de vertelster. Met opgewonden uitroepen als "Jesus Murphy my heart was going like the hammers of Hell",  "Well flip me I could have cheered" is het onmogelijk om Bessy niet leuk te vinden, ondanks haar wat gebrekkige interpunctievaardigheden.

Het enige dat me een beetje tegenviel was het iets te nette einde, anders had het boek viereneenhalve ster gekregen. Verder is dit een heerlijk verhaal, dat qua toon soms meer gemeen heeft met de levendige achttiende-eeuwse schelmenroman Tom Jones dan met de bravere Victoriaanse klassiekers. Maar dat is alleen maar des te meer reden om het boek te lezen.

PS Aarzel om niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten